Door de ogen van fotograaf Hielco Kuipers

4

De aanleiding is een terloopse opmerking van Hielco Kuipers tijdens het Nationaal Gesprek over Vrijheid. Hij vertelde dat er een telefooncamera op de markt komt met een resolutie van ruim honderd megapixels, bijna twee keer zoveel als zijn beste digitale spiegelreflexcamera. En daarvan kostte de body alleen al €5.000, tegen deze telefoon een kleine €1.500. Beïnvloedt de beschikbaarheid van dergelijke telefooncamera het werk van een professioneel (dagblad)fotograaf, is de vraag die dan ook aan de orde is als we elkaar spreken in het Leidse Vooraf en Toe.

Verwant
Hielco Kuipers is zo’n bekende Leidenaar die het ook weer niet is. Al vijfendertig jaar fotografeert hij voor diverse opdrachtgevers, vaak (dag)bladen, waaronder het Leidsch Dagblad. Alhoewel zelfstandig ondernemer zal hij voor veel mensen ‘de fotograaf van het Leidsch Dagblad’ zijn, samen met zijn door hem zeer gewaardeerde collega, zo blijkt uit het gesprek, Taco van der Eb. En uiteraard leidt zo’n langdurige relatie ook tot enige verstrengeling: Kuipers voelt zich ook verwant aan de krant. Veel van zijn foto’s verschijnen in die krant, worden gemaakt in opdracht van die krant, en hij maakte de topjaren en de huidige, moeilijker, jaren mee. Dat laatste geldt echter voor zowat alle gedrukte media.

Eisen
Fotografen zitten in een heel lastige situatie, zo blijkt. Inderdaad is het zo dat fotoredacteuren van dagbladen worden bestookt door mensen die vinden dat zij een publicatiewaardige foto maakten. Dat zet het werk van de beroepsfotograaf, die er zijn inkomen mee verdient, onder druk. Maar er is een wezenlijk verschil, zo kun je opmaken uit Kuipers’ woorden: “Wij zijn betrouwbaar; ik ben er áltijd als ik dat afsprak en ik móet er zijn. Op het laatste moment toch niet komen, kan niet. Mijn beeld is altijd bruikbaar; ik kan niet terug komen met de mededeling dat ‘het toch niet is gelukt’. En uiteraard maken ook wij mooie foto’s en soms héél mooie”.

Toevalstreffers
Het is iets waar je niet iedere dag bij stil staat, maar het werk van de beroepsfotograaf staat vooral onder druk vanwege de toevalstreffers van de amateurfotograaf. “Als je een keer bij toeval een mooie foto maakt, moet je dat niveau de volgende keren wel weer kunnen halen. Natuurlijk hebben ook wij weleens geluk, maar onze standaard ligt hoger. En dat weten opdrachtgevers”. Dat neemt niet weg dat het opvalt dat in de media het beeld is ontstaan van een beroepsgroep die onder (financiële) druk staat omdat ‘iedereen tegenwoordig goede foto’s kan maken’. Dat is een vreemde redenering, als je Kuipers ook hoort zeggen dat hij “ook wordt ingehuurd voor de moeilijkere foto’s; in de schemering of de avond, met moeilijk licht, met een hoge kans op mislukken”.

Nadoen
Wie er eenmaal op let, kan het vaak zien gebeuren; dat de vakfotograaf wordt geïmiteerd. De toonaangevende fotografen zijn meestal de vaklieden, die door de anderen scherp in de gaten worden gehouden. Zijn of haar camerastandpunt wordt vaak, zo onverschillig mogelijk, overgenomen. Maar dan ben je er niet. “Telefooncamerafoto’s zijn vlakke foto’s: van voor tot achter scherp. Er springt zelden iets uit. En het dynamisch bereik is een stuk minder”. Maar dat is de techniek. Kuipers noemt echter meer dan dat “naast techniek heb je creativiteit nodig, en vooral ook ervaring. En geduld, en wat geluk soms”. Hij vertelt over het bezoek van Nelson Mandela en de foto’s die hij toen maakte; níet vanuit de aangewezen persvakken, maar juist op afwijkende “Hielco met z’n ladder”. Luisterend naar die verhalen wordt duidelijk dat dat geen lucky shots zijn, maar door ervaring áfgedwongen situaties “Ik heb bij Mandela bewust géén accreditatie aangevraagd, ben bij iemand met uitzicht op de kerk in huis gaan staan en maakte daar de foto van Mandela die niemand anders had”.

Toegankelijk
De opkomst van al die ‘burgerjournalisten’ betekent ook dat het steeds lastiger fotograferen wordt tijdens persmomenten. “Was het vroeger druk, nu is het vaak dringen en staan mensen met hun mobieltje gewoon voor je neus”. Ook dat is veranderd, zo blijkt. “Vroeger wilden mensen nog weleens afdrukken van foto’s hebben”. Of dat een gevolg is van het feit dat ‘je foto in de krant’ toen bijzonder was en de nieuwsfeiten nu op veel meer manieren worden verslagen? “Misschien wel”, peinst Kuipers, “die foto’s waren vroeger niet zo makkelijk te krijgen en werden dus besteld. Ik merk wel dat de drone foto’s die ik maak voor het Leidsch Dagblad weer wél worden besteld. Omdat drone fotograferen niet voor iedereen bereikbaar is?”

Icoon
Er zijn veel mensen die foto’s beschikbaar stellen, zeker ook op en via social media. Dat is een bijzondere uitdaging. “Ik heb een hele tijd foto’s gedeeld. Maar je krijgt zó snel afleidend commentaar; variërend van ‘die ken ik’ tot ‘ik heb een betere foto’. Ik ben er mee gestopt”. Dat moment wordt overigens gemarkeerd door wat met recht een iconisch Leids moment mag gaan heten: de foto van Kuipers van de ijsvlakte waar Annie’s Verjaardag cafétafels en stoeltjes had neergezet. Een foto waarvoor de credits onrechtmatig opgeëist werden door een wildvreemde “en een foto die nu in het publieke domein zwerft als ‘winter in Amsterdam'”.

Analoog
Vakfotografen hebben meer gemeen. Het zijn geen ‘binnen, klik, klik, weg’ mensen. Sterker, Kuipers heeft een aantal grote voorbeelden, waaronder Loek Zuiderduin “die zei altijd: “mijn moment komt wel”. En hij had gelijk”. Misschien komt het wel omdat ze alles zelf moesten doen toen ze de grondbeginselen leerden “van chemicaliën mengen” tot “bij Van der Horst op pad worden gestuurd met één filmrolletje en dus maar een beperkt aantal foto’s, die ook nog eens móesten lukken”. Of het waar is, weet ik niet maar Kuipers zegt dat hij “nu nog kan zien of iemand analoog is opgeleid. Die foto’s zijn anders”. Misschien is het wel hetzelfde effect dat optrad bij de komst van de tekstverwerker: iedereen werd schrijver en produceerde veel woorden, want aanpassen was ineens o zo gemakkelijk.

Vluchtig
Vakfotografen “en ook de betere amateurfotografen” zijn ook op een andere manier van belang. Omdat zij, in tegenstelling tot veel anderen, niet worden geleid door hun eigen interesses maar vooral ook door die van opdrachtgevers, hebben zij na verloop van jaren een prachtig beeldarchief van de stad. Het foto-archief van Nico van der Horst is ‘wereldberoemd’ in Leiden vanwege zijn tijdsbeeld. Maar ook Kuipers’ fotoarchief met zo’n 150.000 beelden is inmiddels aangekocht door Erfgoed Leiden. Het mag misschien zo zijn dat wij tegenwoordig allemaal met onze telefoon, of anderszins, kiekjes kunnen maken; tegen de tand des tijds zijn ze door hun vluchtigheid niet bestand.

Deze diashow vereist JavaScript.

Delen

4 reacties

    • Marjolein Veeren op

      Ik ben altijd fan van je geweest Hielco. Leuk dat je even in de belangstelling staat en ga vooral door met de fotografie.

  1. John Steegh op

    Ondanks alle technologische ontwikkelingen dé fotograaf van Leiden 🙂

Op dit moment werken we hard aan de lancering van een nieuwe website. Daarom is het tot vrijdag 20 maart 17:00 niet mogelijk om te reageren op berichten. Op onze nieuwe site voorzien we uiteraard weer in de mogelijkheid om te reageren, kijk daarvoor vanaf vrijdagmiddag 17:00 op Sleutelstad.nl. Tot dan!

Over de auteur

Jan van der Sluis

Schraapt het liefst aan de oppervlakte in de verwachting dat daaronder iets echt leuks is te vinden. Het sociaal en cultureel domein en de thema's (burger)participatie en innovatie boeien hem het meest.

Je bent nu offline