‘Hoe kom ik in vredesnaam hier terecht?’ Het is zo’n vraag die je je in een discussie weleens stelt als je merkt dat het gesprek ineens over iets heel anders gaat dan waarmee het begon. En hoe kom je er weer uit? Als je er niet geregeld mee bezig bent, is het een lastig onderwerp: drogredeneringen. Want die zijn het die ons meevoeren. Hendrik Kaptein (universiteit Leiden) verzorgde een ruim uur durend college erover bij het maandelijkse Science Café. Interessant, maar blijkbaar vermoeiend want na de pauze bleef een groot deel van de bij aanvang geheel volle zaal leeg. Dat is overigens een voorbeeld van een drogredenering.
Praktisch
Het is zeker geen lichte kost die deze avond voorbij komt. Het begint al met het onderscheiden van vorm en inhoud: je tegenspreker kan best gelijk hebben, maar via een ‘foute’ weg daar komen. Dat is wel de crux; dat je enorm op je qui vive moet zijn op de logica van de ander. En wie doet dat nu, laat staan de hele dag? Kaptein had dan ook tal van voorbeelden van drogredeneringen, variërend van héél herkenbare tot aan ‘minder prettig om te horen’.
Hand out
Gelukkig krijgen alle aanwezigen een dichtbedrukte A4-hand out mee van zijn verhaal, want nalezen en alles laten bezinken leek geen overbodige luxe. Zeker de formele logica kan dat gebruiken alleen al door de notatie in formules. En dan is er – haast uiteraard – ook een boek “ook te leen bij de bibliotheek”: Logisch? Leren van drogredeneringen.
Wijdverbreid
Ze zijn overal, zo lijkt het. Van de actievoerder of politicus die ervan wordt beticht zelf niet te doen wat hij bepleit: tu quoque heet deze, de jij-bak. Het gaat dan niet (meer) om de inhoud, maar om de mens die het bepleit. In die categorie bevinden zich ook uitspraken die er op neerkomen dat alleen mensen die arm zijn (geweest) echt weten wat arm-zijn betekent en dus juist beleid kunnen maken/gelijk hebben. Aan de andere kant van het spectrum zit-i ook: een redenering die steunt op de status, het gezág van de spreker. En dat dat geregeld voorkomt toonde Kaptein: “wie van u twijfelt aan zijn geboortedatum en -plaats? U vertrouwt op het gezág van een ander dat die kloppen”.
Instrumenteel
Het maakt wel een (niet gestelde) vraag los. In de huidige discussies kom je vaak tegen dat de mening van deskundigen in twijfel wordt getrokken. Sterker, er lijkt een groeiende aanhang te bestaan voor de mening dat ‘alles relatief is’. Daar schuilt wel een adder onder het gras, zo lijkt het. Want voor het herkennen van drogredeneringen dien je wel een behoorlijk kennisniveau te hebben (ook omdat je anders in de drogredeneringen op basis van (vermeende) kennis tuint). Tijdens het vragenuur na de pauze bleek echter nog iets van belang: drogredeneringen uitbannen gaat niet lukken zolang ‘we’ niet met open vizier debatteren. Ofwel: de drogredenering kan en wordt als instrument ingezet.
Etikettenzwendel
Dat wordt dus lastig. Want dan komt gelijk hebben in conflict met gelijk krijgen. Daar waar veel mensen een drogredenering volgen, kan die best fout zijn. Het is het gebied van ‘de politiek’ (ook in bedrijven beoefend), waar impliciete veronderstellingen en woordbetekenissen – “etikettenzwendel” noemt Kaptein dat – belangrijker zijn dan je denkt. Zeker populistische partijen zijn daar goed in. Maar ook zoiets als de term ‘euthanasie’ uitleggen, heeft er mee te maken. Euthanasie voorstellen als ‘de keuze tussen leven of dood’ of als ‘een korter aangenaam versus een langer onaangenaam leven’ maakt uit.
Oversimplificering
Het is zo verleidelijk zaken simpel voor te stellen, begrijpelijk te maken. Vraag is dan wel of dat wel juist is. Relativering kent grenzen. Het niet erkennen van bepaalde waarheden, waarden en normen maakt samenleven onmogelijk; dan is sprake van een verzameling losse individuen. De gedachte dat de aarde plat is mogelijk een van de aansprekendste voorbeelden van het niet erkennen van een algemene waarheid. De truc om via lang en wijd uitgesponnen redeneringen en bloemrijk taalgebuik de drogredenering te verhullen, past ook in het ‘begrijpelijk maken’ doordat de luisteraar dénkt te luisteren naar een logisch verhaal (de verbanden liggen te ver uit elkaar). Maar ondertussen word je via, foutieve, tussenstapjes van positie verplaatst.
Samenzwering
Maar het werd nog lastiger. Want wie nadenkt over het verschijnsel ‘noodzakelijke’ en ‘voldoende’ voorwaarden stuit ook op vraagstukken als : iets wat niet is bewezen betekent níet dat het niet is gebeurt. Liefhebbers van detective-verhalen en thrillers zullen ze herkennen als ‘er bleek nóg een verklaring voor de misdaad’. Of de discussie over ‘spreken van waarheid’. Artikel 21 WBR: “Partijen zijn verplicht de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. (…) “. Maar wat zijn dan ‘van belang zijnde feiten’? En ‘waarheid’, of ‘volledig’? Moet de advocaat dus ook dat vertellen wat zijn cliënt benadeelt? En moet hij het zó presenteren dat het juist wel of juist niet tot een veroordeling leidt? Samenzweringstheorieën gedijen er uitermate goed op het verwante ‘abductie’: het verwisselen van noodzakelijk en voldoende (we bedénken een oorzaak bij een gevolg).
Gelijkheidsbeginsel
“Het gelijkheidsbeginsel is dus lucht”, retorisch gezien, stelde Kaptein. Want een regel overtreden omdat anderen dat ook hebben gedaan (en niet zijn bestraft) is geen vrijbrief “de hele straat niet-toegestane dakkapellen heeft, geeft geen recht op nog een niet-toegestane. Het antwoord is dan: ‘dan gaan we ook bij hen handhaven'”. Da’s een tegenvaller, want hoe vaak redeneren we niet zo?
Nadenken
“Het is gevaarlijk te denken dat je het al weet” en “let op op wat níet wordt gezegd maar wel nodig is om gelijk te hebben”. Vermoeiend misschien, maar het zorgt er wel voor dat je niet willoos meedeint in een redenering.
Het eerstvolgende Science Café is overigens op 11 juni: Hoe bouw ik een prehistorisch huis?
10 reacties
Godfried Bomans hierover: “Met een Nederlander valt niet te discussiëren. Hij heeft tot het einde toe gelijk en daalt met deze zekerheid opgewekt het graf in.”
Eensch!
Ik weet zeker dat hij het over een Leidse reaguurder had en ik heb altijd gelijk.:-)
Populaire jijbak in Sleutelstad-commentaren:
.
“Politici X wonen in stadsdeel Y en hebben makkelijk praten over [vermeend] probleem Q, waarmee ze Leidenaars in stadsdeel Z opzadelen”.
.
of in de variant:
.
“Laat politici A zelf [vermeend probleem] B in huis nemen / in hun achtertuin plaatsen / de kosten van beleid C betalen”
Het mogen dan jij-bakken zijn naar politici toe maar de bedoeling is natuurlijk om politici duidelijk te maken dat ze waarschijnlijk wel anders zouden beslissen als ze zelf met de problemen geconfronteerd zouden worden waarmee ze nu anderen opzadelen.
Het is wel makkelijk om besluiten te nemen waar jezelf geen hinder van zal ondervinden. Daarom vind ik dat soort jij-bakken niet verkeerd.
Ja, het eigenlijke verwijt is dat politici “te gemakkelijk” een besluit zouden hebben genomen, meer in het bijzonder: zonder goed rekening te hebben gehouden met de belangen van de mensen die het rechtstreeks raakt.
.
De jijbak-variant is gemakkelijk beschimpen. Het eigenlijke verwijt behoeft nog steeds staving, zal toch echt aannemelijk gemaakt moeten worden.
.
Als de bedoeling is politici iets duidelijk te maken, doet men dat niet met jijbakken. Aannemelijk maken van het eigen standpunt bevordert dat doel veel sterker. Bovendien neemt het de betrokken politici eerder voor je in. Niemand wordt graag op goedkope wijze zwartgemaakt.
Zo´n jij-bak komt juist doordat betrokkenen zich door politici voelen ¨zwartgemaakt¨ (lees: niet serieus genomen). Goede inhoudelijke argumenten zijn dan vaak al een gepasseerd station en werden eerder al niet serieus genomen. Ik zie het gewoon als politici een spiegel voorhouden met de boodschap ¨¨Wat gij niet wilt dat u geschiedt doe dat ook een ander niet¨
Volgens mij uit u zich nu tegenstrijdig. Reageerders zouden pas overgaan tot beschimpen nadat op inhoudelijke reactie(s) niet op inhoudelijke wijze was gereageerd (“niet serieus genomen”).
.
Betrokken reageerder wil vervolgens de politicus laten voelen hoe het voelt wanneer je niet serieus genomen wordt – en jijbakt, beschimpt. Niet uit onmacht of frustratie, maar nog steeds inhoudelijk gedreven: op deze manier zou de politicus een spiegel worden voorgehouden. “Als u niet wilt dat u dit [weer] geschiedt, doe dat dan ook mij niet aan”.
.
Commentaar:
.
1. Het is zeer de vraag of een politicus doorheeft dat een jijbak (“Vang ze op bij jezelf in huis”) eigenlijk bedoelt te zeggen “U neemt mij niet serieus”. Hoe zou een politicus daar achter kunnen komen wanneer hij/zij die jijbak tot zich neemt?
.
Het is een beetje als beweren “Dat ik je sla, toont hoeveel ik van je houd. Als ik geen toekomst in onze relatie zag, zou ik er niet meer toe overgaan je te mishandelen maar onverschillig zijn. Slaan = mijn liefde uiten”.
.
2. Als u een jijbak in beginsel verkeerd vindt – en dat lijkt u te schrijven – werkt het beginsel “Wat gij niet wilt dat u geschiedt doe dat ook een ander niet” beide kanten op. Niet doen aan zelfbinding is zeggen “Hij/zij begon!”, het de verantwoordelijkheid voor eigen gedrag leggen bij de ander.
Politici begrijpen echt wel hoor dat met een jijbak als ¨vang ze op bij jezelf in huis ¨ eigenlijk hen verweten wordt dat het wel erg makkelijk is om besluiten te nemen waar zijzelf niet direct de gevolgen van ondervinden. maar anderen wel. Vandaar dat spottende ¨vang ze op bij jezelf in huis ¨ zodat de politici dan wel zelf met de gevolgen van hun eigen beleid zouden worden geconfronteerd.
Nu vervalt u in kritiekloze instemming met uzelf. Wanneer u niet serieus ingaat op wat tegen uw opinies wordt ingebracht, vervalt de zin van een conversatie.
.
“Politici begrijpen echt wel hoor dat met een jijbak (..) eigenlijk hen verweten wordt dat het wel erg makkelijk is om besluiten te nemen waar zijzelf niet direct de gevolgen van ondervinden”: dat is een mening die wordt verkondigd zonder hem aannemelijk te maken. Het is bovendien een verwijt vermomd als verklaring. Ik bedoel:
.
U VERONDERSTELT dat politici gemakkelijk besluiten nemen, en VERONDERSTELT dat ze daarbij geen oog hebben voor de belangen van direct betrokkenen. Wanneer direct betrokkenen hen dan uitschelden, zouden politici beschaamd erkennen: “Betrapt! De direct betrokkenen hebben door dat ik gemakzuchtig besluiten neem, zonder met de gevolgen voor hen rekening te houden”.
.
U kunt echt wel inhoudelijk reageren, als u eens uw best zou doen hoor.
Daar heb ik geen zin meer in.
Van uitschelden van politici is geen sprake.
Maar ik veronderstel inderdaad dat politici waarschijnlijk een ander besluit hadden genomen wanneer ze wel zelf met de gevolgen van hun eigen beleid zouden worden geconfronteerd. Dus daar ik ga niet verder meer op in.