Grote bussen, kleine bussen: de grens lijkt bereikt in Leiden

6

Hans Gennotte, de interim-centrummanager van Leiden, vatte het beeld samen “kleine bussen in de Breestraat, iedere zeven, acht minuten: dan zie ik één lange rij bussen voor me. En weet niemand meer wanneer de bus komt”. Gennotte was door de belangenbehartiger van reizigers in het openbaar vervoer, ROVER, uitgenodigd te reageren op de stand van van zaken zoals Wout Terra, vervoerontwikkelaar bij Arriva, die schetste. ROVER had hem gevraagd twee punten te belichten: de inzet van kleine bussen en de gevolgen van een mogelijke afsluiting van de Stationsweg voor gemotoriseerd verkeer. Als één ding dan duidelijk is, dan is dat wel dat Leiden móet gaan kiezen. De kool en de geit sparen wordt steeds moeilijker, zo niet onmogelijk.

Lastig

Het beeld is aantrekkelijk. Een binnenstad van Leiden waar voetgangers, fietsers en OV vreedzaam naast elkaar leven en bewegen. De werkelijkheid is een andere. Een leefbare (binnen)stad is voor iedereen iets anders. Voor een aantal ROVER-mensen blijken fietsen (in de Breestraat met name) een doorn in het oog en ook te leiden tot ideeën als een “fietsvrije Breestraat”. Maar ook het idee van ‘kleinere bussen door de Breestraat’ blijkt lastiger te realiseren dan te bedenken.

Reality check
Terra zet de aanwezigen met twee benen op de grond. Op basis van de huidige situatie – dus niet eens rekening houdend met mogelijk níeuwe wensen – kunnen kleinere bussen de huidige busvervoersstroom niet aan “we zullen dan passagiers bij haltes moeten laten staan”. Hij schat het capaciteitstekort op een kwart (22%). Kleinere bussen betekent echter ook een ander type dienstregeling. Of andersom: een buslijn die zowel stads- als regioverbinding is, hinkt op twee (buslengte)gedachten. En wat dan nog niet eens aan de orde is geweest, zijn de gevolgen van elektrificering; met name de oplaadstations. Vanwege het ruimtebeslag wil Leiden geen oplaadstation op het Stationsplein en dus “komen oplaadstations in de regio in beeld”. Vooralsnog zijn overigens twee oplaadstations voorzien: bij De Vink en bij de garage. Want de elektrische bus kómt er aan in 2019 (en ook de vraag wat je daarmee in 2023 moet als het dan plots kórte bussen blijken te moeten zijn).

Afkankelijkheden
Het is een forse puzzel, de aanbesteding voor 2023 en de erbij horende dienstregeling; een puzzel met veel afhankelijkheden. Zoiets ‘eenvoudigs’ als kortere bussen leidt bij voorbeeld tot meer uren op de weg – officieel DRU’s, dienstregelingsuren – maar die zijn feitelijk gelimiteerd. Ofwel, als in Leiden meer uren worden gebruikt, kan dat tot vermindering leiden in bij voorbeeld de Bollenstreek of rond Krimpen aan de Lek. Nu neemt Leiden 1/8 van die uren. Korte(re) bussen kunnen leiden tot 1/4 of meer. Je staat er niet snel bij stil, maar “Leiden heeft na de vier grote steden het grootste stadsnet”.

Stationsweg
Hoe complex en in elkaar grijpend mobiliteit is in een stad, wijst zoiets als ‘de afsluiting van de Stationsweg’ uit. Die moet – mogelijk deels – dicht vanwege de bouw van De Geus. Volgens een aantal aanwezigen een “rampenscenario”. Terra schetst dan ook een beeld (zie foto’s, JvdS) dat slecht anders kan worden geïnterpreteerd: het uitstapperron voor het station verdwijnt, minder bufferplekken voor de bussen, omleidingsroutes die kilometers – en met 2400 bussen per dag tellen die aardig op! – omrijden betekenen (overigens óók een extra rondje op het Stationsplein). Kortom, een (permanent) afgesloten Stationsweg gaat tot grote problemen leiden.

Visie
Toch is Terra het niet eens met geluiden als zou Leiden geen visie hebben en fouten maken “u noemt het fouten, maar Leiden heeft wel degelijk een visie. Kijk naar het masterplan. Het zijn keuzes”. De vraag is echter of er nog wel iets te kiezen valt. Ook deze middag blijken belangen- en ideeëntegenstellingen, zoals die tussen fiets en OV, tussen fiets en voetganger, tussen bereikbaarheid en parkeerbaarheid. Dat kan leiden tot oplossingen als “voor de Bostelbrug waren handhavers beschikbaar. Er zijn dus bakken met geld. Kunnen die niet naar handhavers (voor geparkeerde fietsen in de Breestraat, JvdS)?”. Het antwoord van ‘de fietsers’ laat zich raden.

Meer verkeer
En als het gaat over de drukte in de stad: deze maandagmiddag is er nog niet eens gesproken over de bestel- en leveranciersbusjes en de overal opduikende busjes van het Stadsparkeerplan. En mocht u dat denken: ‘meer geld’ is niet dé oplossing.

Delen

6 reacties

    • Vind ik een goed idee michael, misschien onder de singels door (mooi rondje kan bloed hard), dat geeft het minst overlast/horizonvervuiling met een stop aan het begin/eind van de haarlemmerstraat/breestraat en natuurlijk bij de parkeergarages en de transferiums(transferia ??) stops, vooral gratis, dan ben je van het gezeik af, hoeft er geen bus meer door de binnenstad.

  1. Een veiligheidsrisico is het feit dat al die nieuwe voertuigen (e-bikes, electrische bussen en auto’s) weinig tot geen geluid maken.Daarmee wordt reductie van CO2 bereikt en minder verkeerslawaai. Mensen zijn echter nog niet gewend aan stille bussen en dat betekent meer risico van botsingen met fietsers of overstekende voetgangers. De introductie van elektrische bussen zal dus gecombineerd moeten worden met een intensive voorlichtingscampagne, waarin de overstekende voetgangers bewust worden gemaakt van de risico’s wanneer niet wordt omgekeken bij oversteken.

    • Een Leids burger op

      De vraag is of zo´ n voorlichtingscampagne dan zou helpen. Ook nu al dient men ZELF goed uit te kijken bij het oversteken in de breestraat. En als men ook nog kleinere bussen wil zal men meer bussen moeten inzetten.

Op dit moment werken we hard aan de lancering van een nieuwe website. Daarom is het tot vrijdag 20 maart 17:00 niet mogelijk om te reageren op berichten. Op onze nieuwe site voorzien we uiteraard weer in de mogelijkheid om te reageren, kijk daarvoor vanaf vrijdagmiddag 17:00 op Sleutelstad.nl. Tot dan!

Over de auteur

Jan van der Sluis

Schraapt het liefst aan de oppervlakte in de verwachting dat daaronder iets echt leuks is te vinden. Het sociaal en cultureel domein en de thema's (burger)participatie en innovatie boeien hem het meest.

Je bent nu offline