Nacht van Kunst en Kennis 2016

Tja, de Leidse Nacht van Kunst en Kennis. Weer in superlatieven juichen? Of toch beginnen met dat ene knagende gevoel? De vraag: maar wáár zit nu het verschil met bijvoorbeeld de Museumnacht? Leiden heeft inmiddels een áántal grootschalige festival-achtige evenementen die langzaam op elkaar lijken te gaan lijken, als convergerende sterren. Maar waar eindigt dat dan? Dát deze Nacht een succes was, is niet verwonderlijk. De onverwachte zomerhitte half september leverde immers het mooist denkbare scenario op: een zwoele avond. Eindelijk kwam nu ook het (recent) geprogrammeerde buitenprogramma tot z’n recht. En hoe. Zeker rond het Rapenburg was het één groot schouwtoneel; van wandelende bezoekers, maar ook van ‘opera in ’t klein’ en ‘musical in ’t klein’. Het kostte moeite de Nacht van Kunst en Kennis te ontgaan.

Onderscheidend
“Op elkaar lijken?” Nee, daar is Minke Schat – laten we zeggen, de ‘moeder van de Nacht van Kunst en Kennis’ – het mee oneens. “Er wordt wel degelijk anders geprogrammeerd”. En eerlijk is eerlijk: ze heeft gelijk. Het zijn dan wel dezelfde (zeven) locaties, maar de inhoud is net anders. Daar moet je dan wel op attent zijn. Want onbetwist Koningin van de Nacht is wéér de Hortus, die bij de ingang bruist van leven en waar, hoe dieper je doordringt, door Blauwe Uur een hypnotiserend lichtspel met bomen en struiken wordt getoond. Een plek waar je úren kunt blijven; en waar rond middernacht dan ook mensen op het gras liggen en naar de door het licht bewegende doodstille boom kijken.

Verrassende Moeremans&Sons
Blauwe Uur is eigenlijk altijd een geheid succes. Geef (licht)kunstenaars – níet de klassieke klank- en lichtspelontwerpers uit de toeristenindustrie – de vrije hand en er gebeurt iets verbazingwekkends. En Leiden heeft plekken en plekjes te over daarvoor. Moeremans&Sons maakt pop up plug&play voorstellingen. Klinkt hip; ís een omschrijving voor ‘kleine’ voorstellingen op allerhande locaties, of het nu het voorterrein van het Museum Volkenkunde is of het Klein Auditorium in het Academiegebouw. Er is muziek, en er is lach, maar altijd is er ook die serieuze ondertoon. Of het nu ‘geluk is waar het leven om draait’ of ‘hoe waardeert ú op morele vraagstukken?’ is. De ‘ramp’ bij Volkenkunde had voor een groepje “oud-studentes”, “werkende jongedames”, “wel wat langer gemogen” en “we hadden nóg meer chaos verwacht”. Met een deskundige in hun midden waren ze verder vol lof. De hitte in het Klein Auditorium hinderde een toenemend fanatisme bij de ethische veiling niet. Om “je kinderen je te laten overleven” bood men “vuurwerk in een huisdier steken en aansteken” plus “een landmijn plaatsen”, samen goed voor 250 ethische munten. De verteller (bij Volkenkunde) en de hoogleraar met z’n rede (Academiegebouw) zorgden ervoor dat de toeschouwer er niet teveel een lolletje van maakte. Ook in een krap halfuur kun je nadenken.

Trotseer de lijnbus
Dat hoor je ook ieder jaar: mensen die elkaar vertellen wat ze “net hebben gezien, zó leuk”. Misschien wel de moeilijkste opgave hadden de drie dames op de locatie Gijselaarsbank. Afslaande bussen en auto’s, kroegbezoekers en elkaar hinderende verkeersdeelnemers waren het decor voor…. opera! Ga d’r maar aan staan: zingen en spelen in de kakafonie die die plek geregeld is. Misschien was het slecht te verstaan, maar het was wel een topper. Eindelijk. Dat misschien tien mensen het goed hoorden, verhinderde minstens dertig anderen niet óók te blijven staan, kijken en (proberen te) luisteren. De Gijselaarsbank is ook dé plek die bewijst dat met het juiste weer veel meer mogelijk is dan voor mogelijk gehouden.

Buiten versus binnen
Buiten was zó veel aangenamer dan veel binnen-locaties. Niet alleen de pendelboten of de Hortus, maar ‘gewoon buiten’. Zoals voor het Academiegebouw waar de cast van Hutspot, de musical, musicalgroep De Hollandse Nieuwe, de longen uit het lijf zong en flyers uitdeelde. “We hebben er zo’n 1000 uitgedeeld. En de reacties zijn leuk, hoor. Ook van de terrasbezoekers van Barrera krijgen we applaus”. Minstens één dame komt kijken: “Ik kom zeker. Uit Amsterdam”.

Kunst én kennis
Wellicht ontstaat de indruk dat de Nacht dit jaar vooral veel kunst en open lucht was. Dat zou een verkeerde zijn. Ook aan kennis werd veel gedaan. Van mooie discussie in de Wintertuin van de Hortus – waar wetenschapsmuseum Boerhaave resideerde – over bijvoorbeeld menselijke emotie en robots. Of de Oude Sterrewacht waar gesproken werd over de circulaire economie of een wandeling werd gemaakt door het ‘Alzheimer Universum’ (oorspronkelijk een radio-documentaire). Het aanbod was groot.

Ramsey Nasr
Het programma concentreerde zich dit jaar rond het Rapenburg. Dat merkte je ook. In en voor Volkenkunde leek het beduidend rustiger dan andere jaren. De Schouwburg lag ook ‘uit de loop’, maar trok toch volle zalen met ‘namen’. Ramsey Nasr, Ionica Smeets – bewijzend dat ook ‘Leiden’ zelf iets te vertellen heeft – en Arthur Japin trekken publiek, ook naar een warme zaal. Voor een volle zaal hield Nasr een pleidooi voor een klassieke (vergeten? verdwenen?) wetenschapsopvatting die is gestoeld op kennis omwille van de kennis, waarin korte termijn rendemenstdenken geen functie noch betekenis heeft. “Misschien reactionair” noemde hij dat zelf. “Rendementsdenken zou je úit iedere vorm van onderwijs moeten tráppen” en “ga er er (als student, JvdS) eerst maar van uit dat je met deze kennis níets zult verdienen”. Pas daarná komt het moment dat verdienen, inkomen, loopbaan en rendement een rol gaan spelen. Daar raken kunst en kennis elkaar in zijn optiek dan ook. Niet alleen zoals al vaak gesteld in hun benodigde creativiteit, noch in het bevragende, maar ook in het nutteloze “Kunst levert niets van winst op. Het confronteert je, met je angst, met vragen”. Maar wel nutteloze nóódzaak:

(…)

uit nutteloze noodzaak
schiep kunst de mens

en als ik verstijf op mijn savanne
van bedreigend vrije tijd
als ik mijzelf vervloek
om dit uitzicht zonder eind
als mijn kop breekt van het licht
dan huil ik niet, dan schreeuw ik niet
ik hang mijzelf niet op
maar pak een pen
en schrijf u dit gedicht

Stoffen tot nadenken
De Nacht van Kunst en Kennis tracht kunst en kennis te verbinden, dwarsverbanden te zien, banden te smeden en de toeschouwer (mee) te laten denken. Dat leidt, volgens Nasr, tot relativering “De meest bittere pil voor mensen is dat we er niet toe doen. Dat we niet bovenaan een keten staan, onder de kunstenaar, maar eerder onderdeel zijn van een struik (waarin microben en andere kleine diertjes de meerderheid vormen)”. Niet eens het eind van de Nacht – dat was in De Nobel – maar wel één van die vele stoffen tot nadenken die kunst én kennis ons kunnen leveren, net zoals @Krijtman er vele op straten en stoepen tekende, zoals: “Het leven is een droom, maar dromen is geen leven”.

Delen

Reageren is niet (meer) mogelijk.

Op dit moment werken we hard aan de lancering van een nieuwe website. Daarom is het tot vrijdag 20 maart 17:00 niet mogelijk om te reageren op berichten. Op onze nieuwe site voorzien we uiteraard weer in de mogelijkheid om te reageren, kijk daarvoor vanaf vrijdagmiddag 17:00 op Sleutelstad.nl. Tot dan!

Over de auteur

Jan van der Sluis

Schraapt het liefst aan de oppervlakte in de verwachting dat daaronder iets echt leuks is te vinden. Het sociaal en cultureel domein en de thema's (burger)participatie en innovatie boeien hem het meest.

Je bent nu offline