Twee zetels, misschien zelfs wel drie. Lijsttrekker Dick de Vos van de Partij voor de dieren in Leiden is overtuigd van dat eerste en hoopt stiekem op het tweede. “Het zou moeten kunnen. Landelijk zitten we in de lift en ik ken veel mensen die vier jaar geleden de kat uit de boom hebben gekeken en toen niet op ons hebben gestemd. Maar we hebben veel bereikt.” Zoveel zelfs dat De Vos naast een aantal lopende zaken die nog niet geregeld zijn moeite heeft om nieuwe Leidse punten te noemen op het gebied van dierenwelzijn.
Audiofragment: PvdD-lijsttrekker Dick de Vos over de resultaten van zijn partij en de verbreding voor de komende periode.
De Partij voor de Dieren maakte na de verkiezingen in 2010 dankbaar gebruik van een genereus aanbod van D66. Die partij kreeg toen tien zetels en werd met afstand het grootste machtsblok in de Leidse raad. Die macht werd onder meer gebruikt om een nieuwe bestuursstijl door te voeren. Alle partijen met minimaal vier zetels werden door toenmalig voorman Paul van Meenen uitgenodigd om deel te nemen aan de college-onderhandelingen, maar ook de kleinere partijen werden niet vergeten. Ze mochten een wethouder belasten met een speerpunt uit hun eigen programma. Zo werd D66-wethouder Frank de Wit ook een beetje wethouder voor de PvdD door de portefeuille dierenwelzijn op zich te nemen. Het resulteerde in een Leidse nota Dierenwelzijn.
Hoewel dierenwelzijn in Leiden dus inmiddels goed op de kaart is gezet, ziet De Vos nog voldoende punten om de komende jaren aandacht voor te blijven vragen. “We gaan verbreden. We waren natuurlijk altijd al een planeetbrede partij. Dat begint met dieren, maar dieren moeten ook ergens leven, dus op het gebied van natuur en groen is er nog voldoende werk aan de winkel.”
3 reacties
Terecht dat de Partij voor de Dieren het wettelijk beschermd kruipend gedierte des aardbodems in de schijnwerpers zet.
Het zijn ondergeschoven kinderen van de schepping.
De gemeente heeft in deze immers een zorgplicht. Amfibieën zijn belangrijke milieu-indicatoren. Het effect van duurzaam milieu- en natuurbeleid laat zich met deze dieren middels populatiedynamicaonderzoek goed meten.
Net zoals doorgaan met het onkruidbestrijdingsmiddel Roundup fnuikend is voor huisdieren en op straat spelende kinderen.
Op lange termijn hebben we daarmee lymfeklier- en andere zeer ernstige jeugdkankers.
Kortom het is voor duurzaamheidspartij D66 wellicht verstandiger niet zo te kraaien over de hogere kosten (100.000 €) van veilig gezond onkruidbeheer, terwijl aan de andere kant D66 juigend twittert en kwettert over het binnenhalen van bijna 1.5000.000 € opknapkosten voor kinderspeeltuinen.
Dat is meten met twee maten.
De Partij voor de Dieren is inmiddels onmisbaar. Geen enkele partij is zo volhardend wat betreft alle broodnodige zaken voor de mens en dier: schone lucht, schoon water, geen gif spuiten, de natuur is ons bed, ons huis, ons eten en drinken. eigenlijk zou iedereen hier op moeten stemmen.
Een ‘planeetbrede partij’? Een VN-zetel?