Gedeputeerde Asje van Dijk (CDA, Verkeer en vervoer) reageert met verbazing op de bewering van STOOM Leiden, vorige week via Sleutelstad.nl, dat de gemeente Leiden ten onrechte gezwicht zou zijn voor de dreiging met bestuursdwang van de provincie als Leiden niet akkoord zou gaan met de aanleg van de RijnGouweLijn door het centrum. Volgens een woordvoerder van Van Dijk had de uitspraak van de Raad van State slechts betrekking op de aankondiging van de doorzettingsmacht en daartegen is geen bezwaar mogelijk. De dreiging was wel degelijk serieus van aard en als de gemeente Leiden geen overeenstemming had bereikt met de provincie over een alternatief tracé, dan was de provincie nu bezig met een inpassingsplan.
STOOM is niet onder de indruk van de reactie van Van Dijk en ziet in het besluit van de Raad van State nog steeds een bevestiging dat de vermeende druk op Leiden nooit heeft bestaan. “Het Leidse college heeft de eerste de beste gelegenheid gezocht om zich dociel op te stellen. Wij zijn van mening dat de Provincie geen beleidsvrijheid heeft om haar eigen Provinciale belangen te verordonneren. Wij zien deze reactie van GS ook als een poging om de Wet ruimtelijke Ordening (WRO) te misbruiken om via doorzettingsmacht de eigen politieke prestigeprojecten door te drukken,” aldus bestuurslid Emile de Heer die zich verder verbaast over het feit dat GS hier op de stoel van het gemeentebestuur van Leiden gaat zitten en verkondigt wat Leiden hiervan moet vinden.
Volgens STOOM zou de Provincie als ze was overgegaan tot een bestuursrechtelijk besluit tot doorzettingsmacht, volgens de nieuwe WRO gehouden zijn aan een nadere motiveringsplicht. De Heer: “Daarin zou de Provincie het bovenlokale belang van de aanleg van de RGL door de Leidse binnenstad moeten staven. Wij zouden in dat geval de administratieve rechtbank zeker gevraagd hebben om de onderbouwing van dat bovenlokale belang te toetsen. GS veronderstelt ten onrechte dat rechtelijke toetsing alleen marginaal (op procedures) zal plaatsvinden, terwijl wij inschatten dat het bestuursrecht mede zal bepalen of er al dan niet sprake is van een provinciaal belang dat vol getoetst zal worden. Met de huidige analyses over de kostendekkingsgraad, het exploitatietekort, de berekeningen van de Randstedelijke rekenkamer en de prognoses over de vervoerswaarden van de RGL schatten wij in, dat het bovenlokale belang van de RGL door Leiden niet overtuigend aangetoond zal kunnen worden. Wij zien uit naar toekomstige jurisprudentie op dit punt.
Mocht de Provincie ZH bij een nieuw Leids college in 2010 op meer weerstand stuiten bij de aanleg van de RGL en toch besluiten tot doorzettingsmacht, dan zouden we er op willen wijzen, dat er in 2011 verkiezingen zijn voor de Provinciale Staten. Daarbij mag het college van GS dan aan de kiezer in Zuid Holland uitleggen waarom de collegepartijen voor deze regenteske ramkoers kiezen bij deze Betuwelijn in het klein.”
5 reacties
Goed gesproken, Emile!
De dagen van de RGL en van Asjes doorzettings"macht" zijn geteld: nog 26.
Het CDA van Asje van D. is uw partij als u tegen de democratie en voor een trein door de binnenstad bent.
CDA = Corrupt Dictatoriaal Appel? Nee toch?
Dan zou de Provincie dus nu bezig zijn met een inpassingsplan, waartegen natuurlijk weer beroep openstaat en Asje vergeet te vermelden dat zij dat ook zouden kunnen verliezen.
Trein door de binnenstad bovenlokaal…dacht ik niet!
Het is niet voor niets dat de provincie haar eigen juridisch advies over deze kwestie angstvallig geheim houdt.
En sowieso in en in triest dat CDA, PvdA, VVD en CU/SGP in de provincie vinden dat een gemeente "serieus bedreigen" een goede manier is om politiek te bedrijven. Die clubs hebben echt een lesje bescheidenheid nodig.
Mensen, niet zo zeuren! Asje kan er ook niets aan doen dat hij van zijn vader vroeger nooit een treintje mocht hebben. Dat moet je dan op latere leeftijd compenseren. En bovendien – denk je eens in – de RGL is nog maar het begin. Over een aantal jaren ben je binnen vier uur van hartje Parijs aan het strand in Katwijk of Noordwijk via de TGV!