“Het is volstrekt normaal dat het in de partijtoppen de avond te voren even gewisseld wordt als er de volgende morgen een wethouder gaat aftreden,” dat schrijft D66-raadslid Peter Bootsma in een reactie op de kritiek die CDA-er Jan-Jaap de Haan vrijdag uitte op wat hij noemt ‘het Leidse Torentjesoverleg’. Bootsma: “Waar het CDA – als altijd louter op de inhoud gericht – zich hier over opwindt, is dus dat alleen de fractievoorzitters van de coalitiepartijen tien uur eerder dan de overige raadsleden wisten dat dit stond te gebeuren. Daar maakt eerst Wim Bleijie, en nu dus ook Jan-Jaap een ongelooflijke fuzz over met als gevolg dat alle raadsleden maandagavond verplicht twee uur langer dan gepland in de raadzaal moesten nablijven omdat dit CDA-paasei kennelijk zo nodig gelegd moest worden. Wat een kleinzieligheid van de grootste oppositiepartij in Leiden. Bah”.
Zijn fractiegenoot Sabine Verschoor valt hem bij: “Het verhaal wordt steeds zwakker: de excuses moesten namelijk worden afgedwongen omdat ze niet vanzelf kwamen, ook niet na overduidelijk bewijs dat de CDA- beschuldigingen niet klopten. En inderdaad: die excuses komen dan niet gemeend over, en dat waren ze dan ook overduidelijk niet.”
2 reacties
Beide D66-ers reageren op een interview dat ze waarschijnlijk niet gehoord hebben. Ik heb in dat interview aangegeven, dat er in het dualisme, waarin alle raadsleden in een gelijke positie tegenover het college staan -naar mijn mening- geen reden is om sommige raadsleden eerder te informeren dan anderen. Jammer dat daar zo fel op gereageerd wordt.
Daarnaast heb ik iets gezegd over het WOF in het algemeen en dat het ‘vooraf afstemmen’ van zaken, slecht is voor een open, duaal debat in de raad. Het lijkt me dat ook D66 het daarmee eens zou kunnen zijn.
 Zoals al meer gezegd, blijven politieke beslissingen een kwestie van partij-discipline, inderdaad voorgekookt. Van de belofte “zonder last of ruggespraak”is al lang geen sprake meer. Vooral niets zeggen waar de partij anders over denkt.